
Hoeveel paar schoenen heb ik nodig?
Een paar schoenen is in de marathontraining niet voldoende. Om blessures te voorkomen is het verstandig om uit minstens twee paar te kunnen kiezen. Zo vermijd je het steeds opnieuw — en soms verkeerd — belasten van dezelfde delen van je voet. Niet elke schoen is geschikt voor alle snelheden en alle soorten ondergrond.
Wedstrijdgerichte marathonlopers bezitten meestal zelfs drie paar schoenen: een stabiele, goed dempende schoen voor lange duurlopen op onverharde wegen, een vooral goed dempende schoen voor alle duurlopen op de weg en een lichter, stabiel model voor snelheidstrainingen en wedstrijden. (Daarnaast hebben ze doorgaans nog een paar spikes, maar dat terzijde.) Hoe lichter je zelf bent, hoe lichter je wedstrijdschoen kan zijn. Voor een loper van 100 kilo, zo willen we maar zeggen, zullen pantoffeltjes van slechts 200 gram niet volstaan.
Zo’n loper heeft een heel goed dempend en stabiel model nodig en in zijn geval wegen die al snel 350 gram. Echte wedstrijdschoenen zijn eigenlijk alleen weggelegd voor toplopers of voor heel lichte lopers die mooi neutraal lopen en al binnen drie uur (vrouwen: 3.15 uur) weer terug zijn.
