
Eliud Kipchoge: Onbegrensd
Eliud Kipchoge liep als eerste mens een marathon onder de twee uur. Waarom juist hij? In dit verhaal, uit oktober 2019, gingen we op zoek naar het antwoord op die vraag.
3 dagen na zijn historische marathon in Wenen – de eerste onder de twee uur - zit Eliud Kipchoge (34) met een glaasje water aan een tafel in Den Haag. Of de kritiek op zijn recordrace hem geraakt heeft, is de vraag. ‘Ik ben heel blij met de critici en de pessimisten,’ antwoordt hij zonder cynisme, waarna hij een pleidooi afsteekt voor meer samenwerking in de wereld. ‘Maar het stoort je dus echt niet?’, vraagt een verslaggever ongelovig.
Kipchoge: ‘Nee. In Afrika zeggen we: je kan niet voorkomen dat er vogels over je heen vliegen, maar je kunt wel voorkomen dat ze een nest bouwen op je hoofd.’
Kritiek was er, al overheerste wereldwijd de bewondering voor wat hij had gedaan. Als eerste man liep hij 42.195 meter in minder dan twee uur, zij het geholpen door 41 wisselende hazen, laserstralen op de weg, een volkomen vlak parcours, een meefietsende drankpost en het prototype van de nieuwe Nike Alphafly, een schoen met niet één, maar drie meeverende carbonplaten. Maar hij deed het. Waar hij twee jaar geleden in een speciaal opgezette recordpoging op het circuit van Monza nog bleek steken op 2.00.25, liep hij in de INEOS 1:59 Challenge 1.59.40. Precies 1.59 onder zijn officiële wereldrecord van 2:01.39, ook dat nog eens.
Eliud Kipchoge, zo blijkt ook in Den Haag, is geen showman. Hij heeft een prachtige boodschap (‘no human is limited’) maar praat liever over de mensheid dan over zichzelf. Nee, sorry, hij heeft nergens aan gedacht onderweg. En nee, hij kende ook geen moment van zwakte. En op zijn bucketlist staan ook geen bijzondere wensen meer, eigenlijk. Of ja, toch eentje: herstel. Hij is slechts onderdeel van deze historische marathon, benadrukt hij voortdurend. ‘In een oorlog krijgt de generaal alle lof voor de overwinning, terwijl de soldaten het werk doen. Hier gaat het steeds over mij, terwijl het een teamprestatie is.’
Bij een podiuminterview, een half uur eerder, heeft de verzamelde pers toch een primeur kunnen noteren: Eliud Kipchoge heeft een favoriete zangeres. Ze heet Kelly Clarkson en ze won, zo leert Google, de Amerikaans Idols in 2002. De vraag die iedereen vervolgens op de lippen brandt – wat is dan zijn favoriete nummer? - wordt ook meteen beantwoord: dat moet (What doesn’t kill you makes you) Stronger zijn, want die hit van Clarkson is achter de beelden van zijn recordpoging gezet.
Gelukkig zijn er meer mensen die over de historische dag willen praten. Een tafel verderop bijvoorbeeld, zitten manager Valentijn Trouw en Jos Hermens, de manager met wie de hele Sub 2 queeste begon. Dat Kipchoge de man zou zijn die de magische barrière zou doorbreken, zag Hermens vijftien jaar geleden niet aankomen, bekent hij eerlijk. Kipchoge mocht in 2003 dan wereldkampioen op de 5000 meter zijn geworden, hij was gewoon één van de snelle Afrikanen in Hermens’ atletenstal destijds. ‘Haile Gebrselassie en Kenenisa Bekele, dat waren de sterren. Kipchoge leek een stille jongen, absoluut nog niet de leider en wereldburger die hij later werd. Maar goed, dat kan ook aan onze blik gelegen hebben. Met zoveel atleten zie je niet altijd precies wat iemands karaktereigenschappen zijn.’
Hoe ongelofelijk goed Kipchoge echt was, herinnert Hermens zich hardop, bleek pas toen hij zich op de marathon toelegde. Hij won zijn eerste (in Hamburg, in 2013), werd in zijn tweede, in Berlijn, alleen geklopt door de Keniaan Wilson Kipsang (die een nieuw wereldrecord vestigde die dag) en is al sinds zijn derde marathon, in Rotterdam (2014) ongeslagen. Al tien marathons lang.
Dat Kipchoge zo constant is, is ook de reden dat sponsor Ineos dit hele marathonproject om hem heen durfde te bouwen, waar Nike bij het Breaking2-project, twee jaar geleden, nog voor drie atleten koos.
‘Kipchoge had daar bijna geen deel van uitgemaakt,’ vertelt Hermens, ‘omdat de test destijds plaatsvond op een loopband en hij nog nooit op een loopband had gestaan. Hij moest zich aan twee kanten vasthouden. Het was Bambi op het ijs. Na afloop waren de geleerden bepaald niet onder de indruk van zijn resultaten. Maar ik zei: ‘Geloof me, Eliud is de beste van allemaal.’
Dat Kenenisa Bekele, ook een van Hermens’ oogappels, onlangs in Berlijn maar twee seconden boven Kipchoges officiële wereldrecord (2.01.39) bleef steken, bracht hem niet aan het twijfelen.
Hermens: ‘Als je dit met Bekele doet, heb je altijd kans dat hij halverwege plotseling met een stressfractuur aan de kant staat. Bekele presteert twee keer in de vijf jaar op de toppen van zijn kunnen, Kipchoge tien keer.’
Als je, zoals Ineos deed, voor één recordpoging een hele weg in Wenen opnieuw laat asfalteren (kosten naar verluidt 20 miljoen euro), moet je er behoorlijk zeker van zijn dat je atleet heel blijft, wil Hermens maar zeggen.
Het geheim, volgens manager Trouw: ‘Eliud en zijn coach Patrick Sang geloven niet in testtrainingen. Eliud gaat nooit voluit in de training en juist dat zijn de momenten waarop vaak blessures ontstaan.’
De marathonvoorbereiding verloopt altijd hetzelfde, vertelt Trouw, al was voor Wenen al wel duidelijk dat Kipchoge nu ‘zijn beste of één van zijn beste marathonvoorbereidingen’ had gekend: ‘Na een marathon doet hij eerst drie weken helemaal niets. Dan gaat hij voorzichtig wat joggen en begint er een krachtblok van een maand, waarin hij drie keer per week drie uur met kracht bezig is, waarvan anderhalf uur circuittraining. Daarna ligt de focus drie maandenlang echt op de looptraining. Alternatief trainen doet hij niet. Hij kan goed fietsen bijvoorbeeld, maar zelfs dat doet hij nooit als training.’ Als het over Eliud Kipchoge gaat, gaat het ook altijd over zijn ongelofelijke geesteskracht. Hij gelooft echt dat de mens onbegrensd is en vertaalt die boodschap in de geïmproviseerde perszaal in het NN-hoofdkantoor ook maar even voor een kantoorpubliek: ‘No human is limited. But you have to believe in it. No more having the Monday blues!’ Hermens, een half uurtje later: ‘Kipchoge is voor mij de verpersoonlijking van ‘Iyo ndio maicha’, dat is Swahili voor zoiets als ‘C’est la vie’. Als zijn schoenen halverwege uit elkaar vallen, zoals hem ooit overkwam in de marathon van Berlijn, dan accepteert hij dat gewoon. Na afloop zegt hij: ‘Het zijn geweldige schoenen, maar we moeten nog een stapje maken.’ Hij kruipt nooit in de slachtofferrol en is heel oplossingsgericht. Als je Kipchoge nieuwe schoenen geeft, gaat hij er meteen mee trainen en ligt er drie weken later een stapel papier van anderhalve centimeter op je bureau met zijn feedback. Hoe de zool nog beter kan, dat de veters niet matchen, hoe de pasvorm van het bovenwerk hem bevalt. ‘Doe ermee wat je wilt,’ zegt hij dan.’
Foto: Johan Manders/NN Running Team
