Hardlopers hebben baat bij krachttraining. Sterker worden, je belastbaarheid vergroten en blessures voorkomen. Daar komt het op aan. Maar dat lukt alleen als het krachtprogramma goed wordt uitgevoerd. Dit zijn de do’s and don'ts.

Do’s

1. Wees consistent - Streef naar minimaal twee sessies per week.
2. Train gevarieerd - Zorg dat het hele lijf aan de beurt komt, sla geen spiergroep over. Zo vergroot je het  atletisch vermogen.
3. Train met losse gewichten, dat is natuurlijker. Doe oefeningen met gewichten die precies zwaar genoeg zijn.
4. Train spiergroepen volgens het principe van de ketenbelasting. Zorg ervoor dat de oefening functioneel is en de loopbeweging ondersteunt.
5. Concentreer je op de spieren die het werk doen terwijl je een oefening uitvoert. Het kan helpen om jezelf in een spiegel aan het werk te zien.
6. Voer plyometrische oefeningen uit, omdat je er efficiënter van gaat lopen.
7. Bedenk voordat je krachttraining gaat doen welke onderdelen via krachttraining versterkt moeten worden. Focus op je zwakke punten.
8. Vraag je trainer of personal coach of je de krachtoefeningen technisch goed uitvoert. Dat is wel zo veilig.
9. Voer een oefening nooit klakkeloos uit, probeer altijd eerst te begrijpen waarom je hem doet, en wat er in je lijf gebeurt.
10. Doe louter oefeningen die de loopbeweging nabootsen.

Don'ts

1. Laat je in de sportschool nooit intimideren door anderen. Concentreer je op jezelf.
2. Til geen gewichten die te licht voor je zijn.
3. Raffel je schema niet af, maar neem de tijd.
4. Denk niet dat je sterker wordt door alleen hard te lopen. Krachttraining is echt een onmisbaar onderdeel van je looptraining.
5. Vooral niet doen: je kilometeromvang fors uitbreiden en denken dat krachttraining later wel komt.
6. Door de pijn heen lopen is uit den boze. Pijn is het signaal van je lichaam dat er iets stuk is of gaat. Neem dat serieus. En ja, dat geldt ook voor spierpijn na krachttraining.
7. Denk niet dat krachttraining minder belangrijk is dan looptraining. Idealiter gaan ze hand in hand.
8. Hardlopen doe je met je hele lijf. Vergeet daarom nooit oefeningen voor het bovenlichaam te doen.